Pagina's

zaterdag 12 april 2014

Watje

Afgelopen week moest ik naar de dokter. Voor het eerst in mijn leven heb ik twee verdovingsprikken gehad. In mijn voet. Stoer als ik wilde overkomen, heb ik me van tevoren als een echte tough chick gedragen en iedereen gemeld dat ik het helemaal geen grote gebeurtenis vond. En dat vond ik ook niet. Totdat ik daar ging zitten en de dokter de spuit tevoorschijn haalde. Toen moest ik stiekem toch even slikken. Voor twee van die stomme prikjes. Ach, het was even een kwestie van de TL-buizen tellen, daarna was het voorbij. Aangenaam, Joanne, held op sokken.

Of ik trots ben op deze openbaring? Nou neuh. Ik was liever als een soort Superwoman heel stoer die huisartsenpraktijk binnengelopen en ik had na de prikken het liefste gereageerd met 'Nou dát viel mee!' Maar helaas. Ik vond die prikken vervelend en als ik nu weer heen zou moeten, zou ik het nog steeds absoluut niet leuk vinden. Ik verander persoonlijk even in een heel zielig puddinkje als er een naald tevoorschijn komt. Een paar seconden maar hoor, maar in die paar seconden ben ik even een echt watje. 

 Na mijn huisartsenbezoek moest ik een dag mijn voet omhoog houden. Dit voelde voor mij als een jaar met mijn voet omhoog. Ik kan namelijk héél goed stilzitten (ahum). Dus ging ik maar eens overpeinzen of ik nou een aansteller ben omdat ik die prikken niet leuk vond. 

Veel mensen hebben wel iets waarvoor ze zeven kleuren schijten. Voor de één zijn dat muizen, voor de ander spreken in het openbaar en een derde persoon durft geen hoge toren op of een vliegtuig in. Maar als we heel eerlijk zijn, hebben we zo'n angst allemaal wel.

Maar er is één angst waar ik wel boven sta. De angst om toe te geven dat je ergens bang voor bent. Zo had ik op de middelbare school een klasgenoot die hartstikke bang was voor insecten. Dat kan, en ik kan me ook voorstellen dat je die beestjes niet prettig vindt. Maar als we dan in de pauze stonden te praten en zij een insect zag, deed ze net alsof ze niet bang was, maar zei ze dat ze insecten alleen maar 'vies' vond. Kijk, ik vind iemand die in zijn neus peutert ook vies. Maar daar ga ik niet van trillen op mijn benen. Dus dat smoesje gaat er bij mij niet in, en volgens mij ben je heel wat dapperder als je gewoon durft toe te geven dat je iets eng vindt. Stukje zelfvertrouwen, toch?

Nou zijn er angsten in de wereld waar ik ook niet mee te koop zou lopen. Zo schijnt er een angst te zijn waardoor je nergens durft te gaan zitten. Huh? Ja zeker mensen. Deze angst wordt de cathisofobie genoemd. Een andere angst in de categorie 'behoorlijk ingewikkeld' is de angst om in een huis te wonen of in een huis te zijn. Domatofobie. Waar die mensen dan wel wonen? Géén idee. Elke creatieve vorm van een huis valt af, dus ik denk dan dat het een gevalletje 'Groeten uit de rimboe' wordt. Kun je buiten slapen.

En er is er nog eentje die ik jullie absoluut niet wil onthouden. Er schijnt namelijk een angst te bestaan om blij te zijn. De angst voor vrolijkheid. Cherofobie. Ja, en jij je maar druk maken over je spinnen/insecten/muizenangst. Dus mocht je je ooit nog schamen voor een angst of spanning, leef dan vanaf nu onder het motto: 'Het kan altijd erger!' 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten